Home Apen-ABC Orang-oetan (Borneo)

Uiterlijk

Orang-oetans zijn mensapen. Van alle apen lijken ze - samen met gorilla’s, bonobo’s en chimpansees - het meest op mensen. Je herkent ze aan hun roodoranje vacht en hun lange armen. De mannen hebben een reikwijdte van wel 2,5 meter! Die lange armen hebben orang-oetans niet voor niets: ze komen goed van pas bij het leven hoog in de bomen. Ook hun handen en voeten zijn helemaal aangepast. Orang-oetans hebben bijvoorbeeld een opponeerbare duim en grote teen. Dat betekent dat ze met hun duim en teen hun andere vingers en tenen kunnen aanraken. Zo kunnen ze zich extra goed vasthouden tijdens het klimmen en klauteren door de bomen.

Volwassen orang-oetanmannen hebben een extra opvallend uiterlijk. De meeste volwassen mannen ontwikkelen zich namelijk tot wangplaatmannen met enorme wangplaten rond hun gezicht. Het moment waarop dit gebeurt, verschilt per individu. Niet alle volwassen mannen ontwikkelen zich tot een wangplatenman. Deze ontwikkeling kan namelijk onderdrukt worden als er andere wangplaatmannen in de buurt zijn. Naast wangplaten worden volwassen orang-oetanmannen ongeveer twee keer zo zwaar als de vrouwen. Ook krijgen ze enorm lange haren en een keelzak. Daarmee kunnen ze een ‘long call’ maken: een harde, luide roep, die ze gebruiken om de vrouwtjes te lokken. Een heel indrukwekkend geluid!

Leefgebied

Borneo orang-oetans leven in het wild op het Indonesische eiland Borneo. Daar leven ze in tropische regenwouden en veenmoerasbossen. Helaas is hun leefgebied in het wild in gevaar en worden de orang-oetans met uitsterven bedreigd. De regenwouden waar ze leven, moeten namelijk steeds vaker plaatsmaken voor oliepalmplantages (voor de productie van palmolie).

Leefwijze

Orang-oetans leven semi-solitair (alleen). Je ziet ze in het wild dus niet zo vaak samen met andere soortgenoten. De andere mensapen (gorilla’s, bonobo’s en chimpansees) leven wel in sociale groepen. Als orang-oetans in het wild elkaar tegenkomen, verloopt dat meestal rustig. Ze eten samen wat en gaan dan ieder weer hun eigen kant op.

Gedrag

Van alle grote mensapen leven orang-oetans het meest in de bomen. Omdat ze zo groot zijn, doen ze het rustig aan en bewegen ze zich langzaam voort. Wangplaatmannen gebruiken een ‘long call’ om vrouwtjes te laten weten waar hij zit. Deze luide roep is tot bijna 1,5 kilometer ver te horen! Hiermee houdt hij de andere wangplaatmannen uit de buurt. Als twee wangplaatmannen elkaar tegenkomen, ontstaat er vaak fikse ruzie. Tijdens zo’n gevecht kunnen de mannen ernstige verwondingen oplopen. Niet voor niets houden we de twee wangplaatmannen in Apenheul altijd van elkaar gescheiden! 

Voortplanting

In het wild krijgen orang-oetanvrouwtjes hun eerste kind meestal als ze ongeveer vijftien jaar oud zijn. Na een draagtijd van zo'n 8,5 maand wordt er een jong geboren. De kleine weegt dan ongeveer twee kilo. Tijdens de eerste levensjaren zijn moeder en jong onafscheidelijk. De moeder is namelijk verantwoordelijk voor de complete opvoeding: de vaders bemoeien zich hier niet mee. De eerste maanden houdt het kleintje zich alleen maar goed vast aan zijn moeder. Orang-oetanjongen drinken melk bij hun moeder tot ze ongeveer vier jaar oud zijn. Als orang-oetans tussen de twee en vier jaar oud zijn, gaan ze steeds vaker op ontdekkingstocht. Langzaam maar zeker leren ze van hun moeder alles wat ze moeten weten: wat ze kunnen eten en wat niet, hoe ze moeten klimmen, hoe ze een slaapnest maken, welke vruchten rijp zijn en zelfs wat een handige route door de bomen is.

De hele opvoeding duurt zo’n acht jaar – en dat is voor apen heel erg lang. Dit komt onder andere doordat orang-oetans semi-solitair leven. Er zijn dus geen groepsgenoten in de buurt waarvan je dingen kan leren. Uiteindelijk verlaten alle kinderen hun moeder als ze ongeveer 8  jaar oud zijn. Ze gaan dan zelf op zoek naar een partner om zich voort te planten.

Situatie in het wild

Orang-oetans in het wild worden met uitsterven bedreigd. Hun leefgebied is ernstig in gevaar. Dit komt onder andere door de aanleg van oliepalmplantages. De mensen kappen de regenwouden, om daar oliepalmplantages aan te leggen. De productie van palmolie levert namelijk geld op: deze olie zit in heel veel producten die wij mensen gebruiken, zoals zeep en voedingsmiddelen. Ook wordt er op orang-oetans gejaagd. Als we geen actie ondernemen, zullen orang-oetans over niet al te lange tijd uitsterven. Niet voor niets proberen we onze bezoekers in Apenheul bewust te maken van de palmolie-industrie en welke rol je daar zelf in kan nemen.

Apenheul Natuurbehoudfonds

Ook in het wild is Apenheul actief om de orang-oetans te beschermen. Het Apenheul Natuurbehoudfonds steunt in Indonesië het Kinabatangan project. Dit project gaat o.a. in op de vraag in hoeverre orang-oetans in de door mensen beïnvloede regenwouden op Borneo kunnen overleven.

In Apenheul

De orang-oetans in Apenheul houden wel van een spelletje. Op de eilanden van de orang-oetans in Apenheul vind je dan ook speciale orang-oetanpuzzels. Hier stoppen de dierverzorgers iets lekkers in. De orang-oetans moeten dit er vervolgens met een stokje uitpeuteren. Dit noemen we ook wel verrijking: we stimuleren zo het creatieve en natuurlijke gedrag van de orang-oetans. Bezoek je Apenheul? Dan kan je dezelfde puzzel ook maken!

Fokprogramma 

Apenheul is onderdeel van het Europese fokprogramma (EEP) voor orang-oetans. Door samen te werken met andere internationale dierentuinen, houden we een genetisch gezonde en demografisch stabiele populatie van deze soort in dierentuinen in stand die als reservepopulatie dient. En met succes. De afgelopen jaren zijn er meerdere gezonde jongen geboren. Sinds 2017 leven er zelfs drie generaties orang-oetans in ons park: oma Sandy, dochter Samboja en kleindochter Indah. Bijzonder!

Leuke weetjes

  • Orang-oetan betekent in het Maleis ‘Bosmens’. Niet zo gek, want van alle mensapen leven de orang-oetans het meest in de bomen. Daarmee zijn ze ook de grootste apen die in bomen leven.
  • Orang-oetans maken elke dag twee nesten om in te slapen (’s middags en ‘s nachts). Die maken ze in bomen.