Waar komen de apen vandaan?

In Apenheul krijgen we vaak de vraag waar onze apen vandaan komen. Ze komen bijna allemaal uit andere dierentuinen. Steeds meer diersoorten – en meer dan de helft van alle apensoorten - worden met uitsterven bedreigd. Het is dus onverantwoord om dieren uit het wild te halen. Bovendien mag dat (gelukkig!) niet volgens de meeste wetten. Daarom werken dierentuinen al jarenlang nauw met elkaar samen in de vorm van fokprogramma's oftewel populatiemanagementprogramma's (EEP’s). Simpel gezegd wisselen dierentuinen dieren met elkaar uit. Zo houden we genetisch gezonde dierpopulaties in dierentuinen in stand. Dat betekent ook dat er regelmatig dieren van de ene naar de andere dierentuin verhuizen. De meeste apen zijn dus in Apenheul of in een andere dierentuin geboren.

Wat is een populatiemanagementprogramma?

Populatiemanagementprogramma’s voor wilde diersoorten in dierentuinen noemen we EEP’s (EAZA Ex situ Programmes). Het zijn samenwerkingsverbanden tussen dierentuinen in Europa. Dierentuinen wisselen dieren met elkaar uit om gezonde dierpopulaties in stand te houden. Dierentuinen betalen niet voor het uitwisselen van dieren met elkaar. Het behoud van de soort is belangrijk en daarom hebben dierentuinen met elkaar afgesproken dat commerciële motieven geen rol mogen spelen bij het uitwisselen van bedreigde diersoorten.

Hoe werkt een populatiemanagementprogramma?

Elk programma heeft een coördinator. Deze coördinator bepaalt samen met een commissie welke dieren waarheen verhuizen. Er zijn populatiemanagementprogramma's voor ruim 300 diersoorten. En dit aantal groeit nog steeds! Er werken zo'n 400 dierentuinen in 30 Europese landen aan mee. Voor bijna alle apensoorten in Apenheul bestaat er een populatiemanagementprogramma. Apenheul coördineert zelf de EEP’s voor de gorilla's, wolapen en Javaanse langoeren.

Waarom zijn deze programma’s belangrijk?

Populatiemanagementprogramma’s zijn belangrijk om genetisch gezonde populaties in dierentuinen in stand te houden. We moeten inteelt voorkomen. Er verhuizen dus regelmatig dieren vanuit of naar ons park. Ook in het wild blijven apen niet hun hele leven in de groep waar ze zijn geboren. Daarnaast zijn deze programma’s belangrijk om ‘reservepopulaties’ van bedreigde diersoorten in dierentuinen te houden. Veel diersoorten worden in het wild met uitsterven bedreigd. Dit komt vaak doordat mensen hun leefgebied vernietigen of op de dieren jagen. Dierentuinen hebben dus een heel belangrijke rol om mensen meer over de dieren te vertellen en over hun situatie in het wild. In Apenheul doen we dat ook. Zo stimuleren we liefde voor dieren en natuur. Uiteindelijk hopen we dat onze bezoekers een steentje willen bijdragen aan een duurzamere wereld, met aandacht voor mens én dier.

Wat komt er allemaal kijken bij een populatiemanagementprogramma?

Een populatiemanagementprogramma brengt veel werk met zich mee. Dierentuinen moeten op zoek naar de best mogelijke partners voor de dieren en de verhuizingen (transporten) regelen. De administratie is ook een hele klus, want we houden precies bij welke dieren er in welke dierentuin leven. Bovendien zijn er heel veel regels verbonden aan het verhuizen van een dier. Tot slot delen we onze kennis met andere dierentuinen. We geven bijvoorbeeld advies over voeding en huisvesting. Bij de meeste transporten gaat er een dierverzorger mee om de verhuizing in goede banen te leiden. Voor de dieren is dit wel zo prettig: zo hebben zij de eerste dagen een vertrouwd gezicht om zich heen. Bovendien kunnen we zo onze kennis over het houden van apen met andere dierentuinen delen.

Kunnen de apen terug naar het wild?

Ook in Apenheul zien wij de apen het állerliefst in hun natuurlijke omgeving in het wild. Helaas is het leefgebied van veel apensoorten niet veilig. De bossen worden gekapt of er wordt gestroopt. Het terugbrengen van dieren uit dierentuinen naar het wild is dus niet vanzelfsprekend. Daarnaast zijn dierentuindieren natuurlijk gewend aan hun leven in dierentuinen: de vaardigheden die ze nodig hebben om in het wild te overleven hebben ze niet allemaal meer paraat. Er is een apensoort waarbij het gelukt is om deze terug te zetten in het wild: de gouden leeuwaap. Een aantal dierentuinen, waaronder Apenheul, heeft samen een herintroductieprogramma opgezet. De dieren hebben eerst een speciale training gekregen om te overleven in het wild. Uiteindelijk is het gelukt om in totaal ruim 150 gouden leeuwapen terug te zetten in het Atlantisch regenwoud in Brazilië. Daar lopen dus ook nakomelingen van gouden leeuwapen uit Apenheul rond! Een bijzonder verhaal, waar we enorm trots op zijn.