Interview met curator Warner Jens

15-05-2025

Tijdens een tussenjaar na de middelbare school, voordat hij in militaire dienst moest, startte Warner Jens in 1979 als hulp van de dierverzorgers in Apenheul. Hij raakte zo gefascineerd door de apen, dat hij nooit meer wegging. Inmiddels is Warner 66 jaar en een gerenommeerd expert in de dierentuinwereld. Hoe zag zijn loopbaan eruit en hoe ziet hij de toekomst van dierentuinen? We spraken hem!

Wat is er gebeurd sinds jouw eerste baantje bij Apenheul?

Een maand nadat ik als hulp bij dierverzorging startte, vroeg Wim Mager, de oprichter van Apenheul, of ik gorillaverzorger wilde worden. Dat wilde ik wel; het ‘apenvirus’ had toegeslagen!

Ook daarna, tijdens mijn militaire dienst, was ik nog altijd ieder weekend in Apenheul te vinden. Vervolgens koos ik de studie Zoölogisch analist en deed ik promotieonderzoek op het gebied van chimpanseegedrag. En toen kreeg ik een telefoontje van Wim met de vraag of ik zijn assistent wilde worden.

Apenheul was toen nog een stuk kleiner; er werkten zo’n 10 tot 12 dierverzorgers en er kwamen ongeveer 250.000 bezoekers per jaar. Ik hield mij dan ook met van alles bezig: het aansturen van dierverzorgers, verhuizingen van dieren, voeding en welzijn, maar ook beheerde ik de picknickgebieden in het park, de roostering van personeel en zat ik achter de kassa bij de entree. Eind jaren 80, terwijl Apenheul groter werd, kwamen er meer gespecialiseerde functies bij. Zo ook die van curator; mijn huidige functie.

" Onze kennis wereldwijd delen, daar ligt de kracht van Apenheul "

Wat doet een curator precies?

Ik houd mij bezig met het beheren van de diercollectie van Apenheul. Welke apensoorten zijn te zien in ons park, welke individuen willen we graag houden en welke kunnen verhuizen naar andere dierenparken? Dat is het belangrijkste onderdeel van mijn werk. Daarnaast houd ik mij bezig met renovaties of nieuwbouw van dierverblijven, zoals het nieuw te bouwen verblijf van de gorilla’s. En ik deel mijn kennis met natuurbehoudprojecten over de hele wereld. Zo geef ik bijvoorbeeld workshops aan lokale medewerkers en dierverzorgers van opvangcentra in landen waar de dieren in het wild voorkomen.

Wat is je grootste drijfveer om dit werk te doen?

Fascinatie! Het is een soort virus dat toeslaat als je met apen hebt gewerkt en hun gedrag hebt geobserveerd. Dan val je van de ene verbazing in de andere. En als je dat vervolgens ook nog met anderen kunt delen, via de manier waarop we in Apenheul apen houden, dan is dat echt ‘kicken’. De vrijheid die je aan de dieren kan geven maakt Apenheul zo bijzonder. Zo lopen de doodshoofdapen hier vrij in het bos. Vliegt er een roofvogel over? Dan geeft een van de apen een alarmroep, waarna de rest naar hun moeder rent of een veilige plek zoekt. Er is volop onderlinge communicatie en na een paar minuten is de rust terug gekeerd. Ze kunnen hier puur natuurlijk gedrag laten zien. Prachtig.

Je bent al heel wat jaren curator. Hoe is je werk veranderd over de afgelopen jaren?

Anders dan vroeger wordt het houden van dieren nu meer wetenschappelijk benaderd. We doen inmiddels veel onderzoek in ons park. Zo leren we steeds meer over de dieren en kunnen we nog beter inspelen op hun behoeftes en dierenwelzijn verder verbeteren met een wetenschappelijke onderbouwing.  

Op welk project ben je het meest trots?

Dat is ons orang-oetanverblijf. Ondanks dat het al 24 jaar geleden is gebouwd, behoort het nog steeds tot een van de beste orang-oetangebouwen. In Europa wordt dit nog altijd als voorbeeld gezien. Het bijzondere voor die tijd is dat wij bij de bouw de leefwijze van orang-oetans in het wild als uitgangspunt hebben genomen. Ze leven namelijk semi-solitair en niet in vast gezelschap.

Ook wij laten de dieren elke ochtend kiezen met wie ze de dag willen doorbrengen. Ze kunnen in vier aparte delen van het verblijf worden gehouden en ook de eilanden buiten zijn opgesplitst in verschillende, gescheiden gebieden. Hier ben ik nog steeds trots op.

Hoe zie je de rol van dierentuinen in de toekomst?

Kennis is onze kracht. Ook al is Apenheul een relatief kleine dierentuin; we beschikken over veel waardevolle expertise. Het is heel belangrijk om onze kennis wereldwijd in te zetten in gebieden waar apen leven, om de lokale bevolking daar te enthousiasmeren en op te leiden. Zeker tijdens de opstart van natuurbehoudprojecten. We zien dat, zodra een project goed draait, grotere dierentuinen als geldschieter fungeren. Maar wij spelen die cruciale rol in de eerste fase. 

Ook in het park geven stimuleren we het opdoen van kennis en de liefde voor dieren bij de bezoekers. Door de apen van heel dichtbij te ervaren en over ze te leren zijn ze zich meer bewust van het belang van de dieren en de natuur. 

Zo kunnen we als dierentuinen samen het verschil maken.

Nieuws